Bereiding

• Verwarm de oven voor op 200 graden. Leg de paprika’s daar in en laat ze in een uur bruin worden. Draai ze ieder kwartier een kwartslag om zodat elke kant om. Let op dat het vel niet echt helemaal zwart verbrand.
• Snijd de lente-uien ondertussen fijn. Snijd de bloemkool in kleine roosjes, echt niet te grof. Kook deze roosjes 2 minuten. Giet direct daarna af.
  Knip de blaadjes van de verse kruiden af en doe ze in een foodprocessor samen met bijna alle olijfolie, de knoflooktenen, sumac, piment en zout en peper. Maal het fijn.
  Verwarm een diepe koekenpan of hapjespan met een paar eetlepels olijfolie en bak hierin de lente-uien bruin. Voeg na 10 minuten de parelcouscous erbij, roer goed om en schenk dan de bouillon erbij. Laat dit nu rustig garen de komende 20 minuten.
  Ondertussen haal je de paprika’s uit de oven en laat je ze in een plastic zakje 10 minuten rusten.

  • 

  • 

  • 

  • 

  • 

  • 

  • 

  • 

  Loading gallery media…
• Rooster de pistachenoten in een droge koekenpan totdat ze heerlijk gaan ruiken. Zet dan apart. Verwarm nu een pan met een dikke bodem. Doe de kruidenpasta erin. Verwarm even rustig en voeg dan de bloemkool toe. Haal een voor een de paprika’s uit het zakje en haal het vel los van het vruchtvlees. Verwijder het kroontje en de pitjes en snijd de paprika in reepjes. Voeg toe aan de bloemkool.
• Stamp de pistachenootjes grof in een vijzel.
  Snijd de granaatappel in tweeën en sla uit één helft de pitjes door de open kant naar beneden te houden en met een harde lepel op de granaatappel te slaan.
  Voeg nu de parelcouscous —check of hij gaar is— bij de bloemkool. Roer goed om en laat even een paar minuten de smaken op elkaar inwerken.
  Garneer met de pistache en de granaatappelpitjes.