Mohammed en Shereen. Ze komen vaak op zondag bij ons eten. Komen speciaal voor de Libanese mezze. Met hun zoon en dochter. Of ook nog met vrienden. Ze smikkelen wat af. Ze bestellen lekker bij. Ze genieten zichtbaar. Komen dat tussendoor ook zo vaak vertellen als ze maar kunnen.
Ze zijn gevlucht uit Syrië. En wonen sinds een aantal jaar hier in Nederland. Lieve mensen. Slimme mensen. Leuke mensen. En steevast als ze uitgegeten zijn en afrekenen, bedanken ze ons plechtig dat we een paar uur lang hun ‘thuis’ weer dichtbij hebben gebracht.
En dat geeft mij een geweldig gevoel. Ik ken dat maar al te goed. Dat eten je weer dat ‘touch base’ gevoel kan geven. Weer in één keer terugbrengt naar je wortels, naar wie je bent, naar je allerbeste goede gevoel. Naar je fijnste gevoel.
De Libanese geschiedenishoogleraar aan de Sorbonne in Parijs, Amin Maalouf, die ook prachtige boeken schrijft en al decennia in Parijs woont, heeft daar een aantal mooie dingen over gezegd. Hem wordt vaak gevraagd wat hij zich nou voelt: Libanees of Frans. ‘Met het mes op de keel, wat zou je dan zeggen: ik voel me Libanees of ik voel me Frans?’. En op die vraag kun je natuurlijk geen eenduidig antwoord geven. Ik weet dat zelf ook maar al te goed. Ik ben in en met zoveel verschillende culturen opgegroeid, ik ben van alles wat. De ene keer meer het een, de andere keer meer het ander. En het mooie is, waarom zou je het niet allemaal tegelijk mogen en kunnen zijn? Waarom zou je moeten kiezen. Ieder van ons is opgebouwd uit verschillende blokjes identiteit. Niet uit maar één blokje.
Maalouf zegt in een van zijn boeken dat integratie in een nieuwe cultuur het beste gaat als je je wortels het meest mag en kunt behouden. Hoe meer je je eigen taal kunt blijven spreken hoe meer je open staat voor een nieuwe taal. Hoe meer je je eigen wortels mag meenemen in wie je bent, hoe meer je open kunt staan voor een nieuwe cultuur. Ik herken dat enorm. Madame Morand, mijn docent op de Franse school besteedde elke week een uur aan een verhaal uit een land van een van de leerlingen uit de klas. En daar hadden we het dan daarna ook nog uitgebreid over. Zij begreep hoe belangrijk dat was, hoe belangrijk die wortels zijn. Dat stuk van je identiteit die je op dat moment niet leeft in een ander land. Met familie ver van jou vandaan, met allemaal verschillende culturen om je heen.
Terug naar Mohammed en Shereen. Als ik hun reservering zie, maak ik speciaal Syrische spinazie. Zorg ik dat het brood er is waar Mohammed zo van houdt. En dat het oranjebloesemwater voor de café blanc van Shereen er in overvloed is. Want dan weet ik ook dat ze weer voldaan naar hun thuis rijden hier in Nederland. Omdat ze zich even letterlijk en figuurlijk hebben kunnen voeden met hun thuisgevoel.
0 reacties