Op haar 55ste gaf ze een goedlopend communicatiebureau op om een veganistisch restaurant te beginnen. Damaris Beems schreef er een boek over. “Ik realiseerde me: hiermee kan ik het verschil maken.”

“In mijn vriendenkring stond ik bekend als ‘die lekkere kokkin’ en steeds weer zeiden mensen: waarom begin je geen restaurant? Ik dacht dan: er zijn zoveel mensen die lekker kunnen koken, ik ga echt het verschil niet maken. Maar toen ik plantaardig ging koken, realiseerde ik me: hiermee kan ik wèl het verschil maken. Ik kan het vooroordeel doorbreken dat veganistisch eten konijnenvoer is waarvan je niet kunt genieten.”

Damaris Beems (58) zit aan de eettafel van haar mooie oude dijkboerderij in het Gelderse Gameren. In 2021 gaf ze een goed lopend communicatiebureau met internationale klanten op om in Zaltbommel een veganistisch restaurant te beginnen. Een carrièreswitch waarvan ze naar eigen zeggen ‘zielsgelukkig’ werd. Ze schreef er een boek over om te laten zien dat zoiets geen griezelig grote stap hoeft te zijn.  

Ze zegt: “Veel mensen kiezen op hun twintigste een professionele loopbaan en daarin blijven ze werken. Maar vaak ontwikkelen ze zich parallel daaraan ook op een ander gebied, waarin ze ook vakbekwaam worden. En waarin ze meer van zichzelf kwijt kunnen. Maar ze zien dat als een liefhebberij, ze nemen het niet al te serieus. Daarom blijven ze doen wat ze altijd al deden, ondanks de gedachte aan een carrièreswitch die zich regelmatig opdringt. Ik geloof dat als je die liefhebberij wèl serieus gaat nemen, je heel makkelijk zo’n carrièreswitch kunt maken. Want je bent er allang klaar voor. In mijn restaurant kook ik voor veertig man – dat heb ik in mijn leven al drieduizend keer gedaan, daar raak ik niet van overstuur. Mijn man Joris is een geboren gastheer en we waren allebei al ons hele leven ondernemer. Dus het was eigenlijk een logische stap. 

Ik heb mijn jeugd doorgebracht in Beiroet, als dochter van een diplomaat, en dat heeft me gevormd. Het was een geweldige jeugd. Ik vind het hele Midden-Oosten geweldig: dat gastvrije. Iedereen is daar welkom aan tafel. Mensen zetten eten centraal in de ontmoeting en nemen echt de tijd voor elkaar.  

Ik ging in Libanon naar een Franse school. Daar keken ze naar de hoeveelste in de klas je was in een vak. De streber in mij vond dat fantastisch. Ik leerde daar uit mezelf halen wat er in zat.

Ik heb ook dingen meegemaakt die niet fijn waren. Ik zat dagenlang in een schuilkelder omdat Israël Libanon binnenviel. Ook dat heeft me gevormd. Het leven is niet één groot feest, maar het is wel je houding die bepaalt wat je er van maakt. Die levensfilosofie is typerend voor de Libanezen.

Ik herinner me dat ik als klein kind in de keuken stond bij onze Palestijnse hulp Nazira. Ze was een gerecht aan het maken, we proefden en ze voegde nog iets toe. We proefden weer en ze deed er nog iets in. De derde keer dat we proefden, was het een smaaksensatie. Op dat moment was ik gegrepen door wat er in een pan gebeurt. Die magie.

Ik keerde als tiener terug in Nederland en wilde journalist worden. Ik denk dat dat de invloed van mijn vader was. Hij verslond het nieuws en dat doet hij tot op de dag van vandaag.   

Ik kwam uiteindelijk als verslaggeefster bij de Volkskrant terecht, dat was een droom die werkelijkheid werd. Ik heb daar een aantal jaren gewerkt, maar ik was inmiddels moeder van een zoontje en toen mijn man en ik gingen scheiden, vond ik het toch lastig om het werk voor een ochtendkrant met een kind te combineren.  

Na een tijdje bij de radio – wat ik geweldig vond – en de televisie – wat niet mijn ding was – begon ik een communicatiebureau. Dat werd een succes en ik heb dat jaren gedaan, maar toen ik tegen de vijftig liep, dacht ik: zie ik mezelf dit nog twintig jaar doen?

Toen ontmoette ik Joris, mijn huidige partner. In 2018 kwam hij met het idee om plantaardig te gaan eten. Ik dacht: prima. Hij deed het voor zijn gezondheid, ik meer voor het milieu en dierenwelzijn.

Toen ik met veganistisch koken begon, dacht ik dat ik al mijn kookervaring overboord moest gooien. Ik ging van die ‘geveganiseerde’ gerechten maken met edelgistvlokken en zo. Vreselijk. Ik ben in de Frans-Libanese traditie opgegroeid waar het altijd en alleen maar gaat over verrukkelijk eten. Na drie weken was ik er compleet klaar mee.

Maar toen realiseerde ik me: ik heb mijn halve leven al plantaardig gegeten! Zoveel gerechten in de Libanese keuken zijn plantaardig, alleen had ik me dat nooit gerealiseerd. Ik kon gewoon terug naar mijn eigen kookervaring.  

Toen brak de coronatijd aan en had ik iets meer tijd. Ik maakte een website met mijn veganistische recepten en dat was een instant hit. En toen zei Joris: waarom beginnen we op zaterdag geen afhaaldienst met dat Libanese eten van jou? Ook dat liep hartstikke goed.    

En toen, in 2021, aten we in een veganistisch restaurant met een Michelinster vlakbij Bordeaux. Het was bijna een spirituele ervaring. Ik zag de chef kok in de open keuken aan het werk en het was als of ik mijn eigen handen zag. Zij bewoog hetzelfde als ik. Zij dacht ook hetzelfde over eten als ik: dat het herkenbaar moet zijn. Ik kreeg gewoon een courgette gevuld met linzen en ik dacht: dat maak ik ook!

Toen we naar buiten liepen, zeiden Joris en ik tegen elkaar: we beginnen een restaurant. Dat was in augustus en in oktober tekenden we voor het pand waar nu ons restaurant zit. Ik wikkelde mijn communicatiebureau af, we gingen in januari open en we zitten altijd vol.

In ons restaurant kunnen we onszelf zijn en dat is waar mensen ook voor komen. Je krijgt een viergangenmenu en dat doe ik expres omdat ik wil dat mensen de tijd nemen om te genieten van het eten en elkaar. 

Mensen zeggen wel eens: wat moeten jullie hard werken. Ik vind het geen hard werken, maar het zijn wel lange dagen. Op de dagen dat we gesloten zijn, begin en eindig ik de dag met yoga. Het is topsport, dus ik moet goed voor mezelf zorgen en fit zijn. Ik doe aan boulderen en dat doe ik ook buiten, met mijn dochter die in Spanje woont. Op maandag pas ik op mijn twee kleinkinderen, de dochters van mijn zoon. En ik ga elke week naar Amsterdam voor Arabische les.

Het is een vol leven, maar die carrièreswitch betekende voor mij totaal thuiskomen. Soms ben ik wel eens moe, maar als ik de eerste pan aanraak, gaat alles stromen. Dat moment in de keuken met Nazira beleef ik nog elke dag.

Mooie dingen van het leven

Film

De documentaire ‘No other land’ over hoe Palestijnen moeten leven. Ik ben nog nooit zo hard huilend uit een film gekomen.

Boek

‘Moorddadige identiteiten’ van de Libanese schrijver Amin Maalouf. Zijn visie op identiteit is de oplossing om conflicten te vermijden.

Reis

Ik ga al twintig jaar vier keer per jaar naar Marokko. Het is een soort thuis geworden. Mensen weten daar wat delen is.

Gerecht

Mujaddara. Rijst met linzen en gekarameliseerde ui. In Libanon groei je daarmee op. Het ziet er niet uit, maar het is comfort food to the max.

Plek

De Marokkaanse bank onder het afdakje in mijn tuin. Daar zitten en de planten uit de grond kijken. 

‘To switch or not to switch. De vanzelfsprekendheid van jouw carrièreswitch’, (Van Duuren Management € 29,99).   

0 reacties

Een reactie versturen