Een lofzang op Algerije en de Algerijnen zou niet compleet zijn als ik niet één iemand er uit zou lichten, Karim. Een man die wij tot tien dagen voordat we in het vliegtuig naar Algerije stapten, nog nooit hadden ontmoet. Maar wel voelde alsof we elkaar al aardig goed kenden.

Joris’ dochter Veerle was deze zomer een surfcamp aan het begeleiden in Frankrijk en ontmoette daar de Nederlandse Sophie. Nederlandse met een Algerijnse vader, je raadt het al, Karim. Veerle vertelde haar dat wij het onzalige plan – in haar ogen – hadden om naar Algerije op vakantie te gaan. En eerlijk gezegd was Sophie het helemaal met haar eens. De jonge meiden begrepen niet wat wij in een land als Algerije gingen zoeken.

Sophie uitte haar verbazing met haar vader, die minstens zo verbaasd was, maar ook geïntrigeerd door die Nederlanders die kennelijk in zijn land geïnteresseerd waren. Hij gaf Sophie de boodschap door dat wij hem altijd konden bellen voor tips en informatie mochten we daar de behoefte voor voelen.

In de tussentijd ging onze reis in de zomer naar Algerije niet door, omdat we onze visa niet op tijd kregen. En toen we na de zomer terug waren gekomen van onze trip naar Marokko en Baskenland, gingen we poging twee wagen om een visum te krijgen. We stuitten weer op een moeizaam proces. Toen we na ons zoveelste bezoek aan de ambassade van Algerije naar buiten liepen zeiden we: “Misschien moeten we Karim bellen?”. Nou, daar hoefden we geen halve seconde over de twijfelen. Wat er toen gebeurde, was niet te geloven.

Hij bleek een BA’er te zijn, een bekende Algerijn, althans bij de ambassade. Hij vroeg zijn broer Abdallah – uit het vorige blog – een mooie uitnodiging voor ons te verzorgen met alle bijpassende handtekeningen en stempels van het gemeentehuis in Raffour in Algerije en stuurde dat op. Het verkrijgen van een visa ging in een keer een heel een stuk makkelijker.

Even voor de duidelijkheid, Karim en Abdallah kenden ons niet.

De zorgvuldigheid, de aandacht, de zorgzaamheid die Karim heeft gelegd in onze trip is ongeëvenaard. Het vertrouwen dat hij ons gaf. Er zijn geen woorden voor. Het zit in Karim de man zelf. Het zit in hem als Algerijn. Het zit in de cultuur van dat land. Daar kunnen wij hier nog heel veel van leren.

Vervolgens wilde Karim minutieus onze trip doornemen, betekende dat hij alle hotels ging bellen. En ging regelen dat we die contant konden betalen – scheelt 30 procent. Hij ging uitzoeken waar en hoe we een auto konden huren, en dat viel niet mee want het was herfstvakantie in Frankrijk dus veel Franse Algerijnen kwamen er op bezoek. Toen we de auto hadden gehuurd, zelf online, belde het autoverhuurbedrijf met Karim om hem te vragen ons te vragen ook onze tickets naar hen op te sturen. 😉

Onze gîte in de Djurdura bergen kende hij niet, en ook Yassine kreeg daarom een telefoontje van Karim. Wij wilden naar Constantine, maar daar was Karim zelf nog nooit geweest. Toen hij via via hoorde van iemand die er onlangs wel was geweest, heeft hij die persoon gebeld. Hij kende hem niet, maar wilde te graag meer te weten te komen voor ons.

Op een dag was de hele trip goed voorbereid, het voelde als de voorbereiding van een staatsbezoek. Tijd om elkaar te ontmoeten. Karim en zijn vrouw Thil kwamen bij ons eten in het restaurant. Karim bleek kaarten van Google maps te hebben uitgeprint met de route erop die we moesten rijden van Constantine naar de Djudura, helemaal met de pijlen en de afslagen die we moesten nemen.

Karim stuurde ons zijn Algerijnse dinars op zodat we in elk geval een startkapitaaltje hadden, mocht er iets mis gaan met de ontmoeting met zijn broer. Want, zijn broer Abdellah was ondertussen voor 1300 euro geld aan het wisselen voor ons tegen een gunstige koers in Algerije. En die ging ons opwachten op het vliegveld van Algiers als we daar zouden landen, ’s avonds om 23 uur.

Die 1300 euro hoefden we pas na de vakantie over te maken. 

Nogmaals, deze mensen kenden ons dus helemaal niet.

De zorgvuldigheid, de aandacht, de zorgzaamheid die Karim heeft gelegd in onze trip is ongeëvenaard. Het vertrouwen dat hij ons gaf. Er zijn geen woorden voor. Het zit in Karim de man zelf. Het zit in hem als Algerijn. Het zit in de cultuur van dat land. Daar kunnen wij hier nog heel veel van leren.

We kenden elkaar niet. Maar wat hebben we elkaar geweldig leren kennen.

0 reacties

Een reactie versturen