Bereiding

• Je begint natuurlijk op tijd met het maken van het deeg. Meng alle ingrediënten, behalve de olie door elkaar. Kneed het goed door totdat het wat vermengd is met elkaar. Voeg dan de olie toe en kneed alles echt goed door elkaar. Vet een kom in met zonnebloemolie, leg de deegbal erin, dek hem af en laat hem zo een uur rusten op een warme plaats.
• Snijd de lente-uien fijn, doe hetzelfde met de knoflook. Bak ze samen in een pan rustig wat bruin. Voeg de bloemkoolroosjes toe. Snijd de aubergine in kleine blokjes en voeg ook toe. Bak het allemaal op best hoog vuur, het mag niet aanbakken maar wel bakken. Het vocht uit de bloemkool en de aubergine moet eruit gebakken worden.
  Voeg dan de specerijen toe. Doe het vuur uit. Pers de citroen uit en voeg het sap bij de bloemkool. Voeg ook de tahina toe en meng het goed door de groente. Breng op smaak met zout en peper.
• Rol het deeg uit tot een worst en snijd er 6 bolletjes uit. Rol deze tussen je handen en leg ze nog eens 30 minuten te rusten, afgedekt op een rustige plek. Verwarm de oven voor op 200 graden.
• Druk dan van ieder bolletje een platte cirkel met je vingers waarbij je een opstaand randje vormt aan de buitenkant. Druk het goed uit elkaar tot cirkel met een diameter van zo’n 10 centimeter. Vul elke cirkel met zo’n twee eetlepels van je vulling. Het mag best een stukje hoger zijn hoor dan het deeg. Doe de pasteitjes in de oven voor ongeveer 20 minuten. En dan smullen maar.