In een restaurant wordt van alles gevierd. Verjaardagen, nieuwe baan, trouwdagen. Ook in ons restaurant. Wat er ook wordt gevierd of bij stil wordt gestaan, is ‘blijven leven’. Verschillende malen hebben wij al bubbels mogen inschenken omdat een echtpaar viert dat een van hen ‘kankervrij’ is verklaard de week ervoor.

Wim en zijn vrouw Corrie komen regelmatig bij ons eten. Zij heeft kanker en wordt niet meer beter. Tussen de chemokuren door, wanneer ze zich ‘goed voelt’, komen ze eten. Ik ken haar niet met haren. Ik ken haar alleen met een hoofddoekje om haar kale hoofd heen. Telkens zijn we heel blij als we hun reservering zien binnenkomen. Dat is goed nieuws, betrekkelijk goed nieuws. En laatst kwamen ze vertellen dat het haar nu even zo goed ging, dat ze twee maanden met de camper naar Noorwegen kunnen gaan. Rondtrekken, genieten.

Het is bijzonder inspirerend om te ervaren hoe zij omgaat met haar ziekte en haar situatie. Vol levenslust en positiviteit. Genieten van wat er wel is en kan. Datzelfde geldt voor Bard en zijn Nanna. Een bijzonder echtpaar, ook al zo inspirerend. Zij, door verschillende tia’s een andere versie van haarzelf geworden en Bard als de meest liefdevolle partner die er bestaat. Bij ons eten kon nog net, dat kon Nanna nog net belopen. Ze kwamen vaak. En Bard wist, voor hen staat altijd een tafeltje klaar. Hij genoot zichtbaar – en hoorbaar – van deze momenten. Bard kwam met kinderen, met kleinkinderen, met en zonder Nanna. En werd onderdeel van de à la Damaris familie.

En dan hebben we Rian. Zij kwam bij ons aanschuiven eerder dit jaar. Een bruisende dame, met twinkelende blauwe oogjes. Vol energie, vol enthousiasme. Bij het weggaan vertelde ze dat ze terminaal ziek was. Maar dat ze de avond van haar leven had gehad en heel snel zou terugkomen. En dat deed ze ook. En nog een keer. Die keer bleek haar laatste avondmaal buiten de deur te zijn. En die wilde ze bij ons doorbrengen, met vrienden. We spraken ook deze keer uitgebreid met elkaar. Ze was klaar om te sterven, om zich terug te trekken in haar holletje en zich klaar te maken voor het afscheid van het aardse leven. Ze liep de deur uit, stralend. Kort daarna ontvingen we het bericht. Rian was overleden.

Als je een restaurant begint verwacht je niet direct dat je deze momenten en ontmoetingen zult hebben. Dat deze plek als ‘het leven (en de dood) zelf is’. Dat daar plek voor is aan onze tafeltjes. Dat daar plek voor is op een avond om over te praten. Dat je ’s avonds naar huis gaat, beetje naar binnen gekeerd, vol van wat je hebt gehoord en met elkaar hebt gedeeld. Geraakt en ook ‘gelukkig’, ook al klinkt dat in deze context misschien wat raar.

Op een dinsdag belde Bard, Nanna was die dag overleden. Hij wilde graag met de kinderen bij ons komen eten. Maar op dinsdag zijn we dicht. Helaas moesten we Bard dit melden. Ik bleef stil. Aangedaan door het onverwachte overlijden van Nanna. Maar er was nog iets. Joris zei: “Je zou haast voor ze opengaan hè?”. Inderdaad, ik zou haast voor ze opengaan.

Zondag liep bij terug van een potje tennis langs het restaurant. Even later zat hij te smikkelen tegenover mij van de Libanese mezze. En hij genoot weer zichtbaar en hoorbaar. Ook al is het wennen aan een tafeltje alleen.

0 reacties

Een reactie versturen