Toen hij binnen kwam, kwam er ook echt iemand binnen. Een grote vrolijke, stralende man van rond de 50. Samen met zijn vrouw en hun dochter van 20 ongeveer waren ze uit Den Bosch gekomen om bij ons te eten. Hij vond het ene gerecht nog lekkerder dan het andere. Bestelde lekker bij. Had het gezellig aan zijn tafel en ondertussen maakten we steeds meer contact.

Aan het einde van de avond ging ik bij ze zitten. Hij was ‘in between jobs’ zoals dat heet. Hij vroeg hoe wij een restaurant waren begonnen. En ik vertelde ons verhaal. Over hoe we begin vorig jaar van de een op de andere dag van het hebben van een communicatiebureau, de trotse eigenaren waren van een restaurant. En inmiddels twee.

“Ja, jij leeft nu je passie”. 

“ja, jij hebt van je hobby je beroep gemaakt”. 

“Wat dapper om het roer zo om te gooien”.

“Ik zit vast in wat ik nu doe, kan geen kant op”.

“Ik heb niet zo’n passie”.

Dit hoor ik elke avond van gasten. En ook van hem die avond. 

Vergis je niet. Als klein meisje was het mijn droom om journalist te worden. En dat werd ik, bij de Volkskrant en bij radio en tv. Als klein meisje schreef ik dag en nacht, dat vond ik het mooiste wat er was. En ik begon een communicatiebureau, en dat groeide uit tot een mooi bureau. En als klein meisje stond ik elke dag op een trapje of een krukje mee te koken. En later natuurlijk elke dag zelf te koken. Het mooiste dat er is. En nu sta ik als chef elke dag te koken in en voor onze gasten in onze restaurants.

Ieder van ons kiest in zijn twintiger jaren een pad in het werkende leven. Maar tegelijkertijd ontwikkel je je parallelle interesses en talenten. In je vrije tijd. Dat besef je misschien niet. Dat taxeer je misschien niet als voldoende waardevol om mee aan de slag te gaan. Om je geld mee te verdienen. Je vindt het misschien niet professioneel genoeg, wat je doet. En wat doet het met je status of ego om maar een ongemakkelijke vraag te stellen? Wat als je hier nu full-time aan zou gaan werken? Hier de focus helemaal op zou komen te liggen?

Ik hoor het Joris en mij nog zeggen op 7 augustus 2021, toen we wegreden bij een Michelinster restaurant in Arès in Frankrijk. Chef Claire Vallée kookte daar 100 procent plantaardig. En bij mij klikte het meteen. En bij Joris ook. “We beginnen gewoon een restaurant”, zeiden we bijna tegelijkertijd toen we in de auto stapte. En moesten ook keihard om onszelf lachen. Maar op 17 oktober 2021 tekenden we voor de plek waar nu ons eerste restaurant staat. Drie maanden later gingen we open. En sindsdien zitten we altijd vol.

We hadden het vertrouwen dat we het konden. We wisten dat we het wilden. En we wisten ook dat dit het moment was. Midden 50 waren we allebei. En waarom? Omdat we ook wisten dat het misschien een ommezwaai was, maar dat we al onze levens- en professionele ervaring konden meenemen in dit nieuwe avontuur. In die zin was het veel minder rigoureus dan je denkt. Hadden we ooit een restaurant gehad? Nee. Hadden we ook meer horeca-ervaring dan in bijbanen toen we jong waren of als gasten in de kroeg en restaurants? Nee niet echt. En toch is het goed gekomen.

Maar we waren allebei wel al tientallen jaren ondernemer. Koken en lekker eten zit in elke vezel van mij samen met mijn jeugd in Libanon. Energie hebben we voor 10. We zijn positieve types die zich niet snel uit het lood laten slaan. Joris is een gastheer pur sang. We hadden een goed gevoel bij wat voor restaurant we wilden neerzetten. We wisten ook ongeveer waar. En toen alles samenviel, voelde het meer dan perfect. Meer hadden we niet nodig. En dit was ‘alles’ wat we nodig hadden. Omdat het de plek is waar elk talent en elke ervaring en elk plezier van ons tot zijn recht komt en perfect samenvalt. Waarde heeft en krijgt. Letterlijk en figuurlijk. Voor ons. Voor onze gasten. Voor ons team.

Terug naar onze gast die op zoek is naar een professionele nieuwe uitdaging. Ik zei tegen hem: zoek niet te diep, zoek niet te ver. Het is namelijk meestal dichterbij dan je denkt. Eerst gaat hij het wel ver zoeken, maar ook juist dichtbij. Hij gaat lekker lang genieten van een bezoek aan zijn thuisland, Suriname. Maar het zou mij niet verbazen als hij juist daar, waar zijn wortels liggen, hét gaat vinden wat hij de komende jaren wil gaan doen in zijn werkende leven.

0 reacties

Een reactie versturen